Het begin
In de vroegste periode leefden er neanderthalers en later de homo sapiens. Vanaf 1.000v.Chr. ontstonden aan de Atlantische kust Fenicische handelsnederzettingen. In de 8e eeuw v.Chr. vielen Keltische stammen uit Centraal-Europa het noordelijk deel binnen en mengden zich onder de lokale Iberische bevolking. Hierdoor ontstonden de Keltiberiers. In de 4e eeuw v.Chr. werden aan de kusten kleine semipermanente nederzettingen gesticht door de Grieken en de Carthagers.
Romeinen
In 219 v.Chr. vielen de eerste Romeinse troepen het Iberisch Schiereiland binnen. Binnen 200 jaar was het hele schiereiland veroverd en werd het een deel van het Romeinse Rijk (Lusitania). De Carthagers (tegenstanders van Rome in de Punische oorlogen) werden uit hun koloniën verdreven.
Rome installeerde een koloniaal regime. In deze periode groeide de welvaart in Lusitania en veel dorpen werden gesticht. In 27 v.Chr. werd Lusitania een Romeinse provincie met Merida als hoofdstad. Later ontstond uit het noordelijke deel van Lusitania de provincie Gallaecia met de hoofdstad Bracara (het huidige Braga).
Germanen
In de vroege 5e eeuw vielen Germaanse stammen het Iberische schiereiland binnen. Na de veroveringen door de Visigoten bleef alleen het koninkrijk van de Sueben (Quaden en Marcomannen) tijdelijk bestaan. In 585 werd ook dit koninkrijk en de hoofdstad Bracara veroverd. De Visigoten houden tot 711 stand, maar dan zetten de islamitische Berbers en Arabieren uit Noord-Afrika in Gibraltar voet aan de grond en brengen het Rijk der Visigoten ten val.
Moorse overheersing en de Reconquista
Op 30 april 711 vielen de islamitische Moren (Berbers en Arabieren) onder leiding van de generaal Tariq ibn Ziyad het Iberisch Schiereiland binnen vanuit Marokko en kwam er een einde aan het christelijke Visigotische koninkrijk (ook wel Westgotische koninkrijk genoemd). Vele Gotische edelmannen vluchtten naar het noordelijke, niet veroverde en christelijke Asturische hoogland waar ze onderdak kregen. Van daar uit deden ze later herhaalde pogingen om hun land te heroveren. Vanuit het huidige Galicie vielen ze de Moren aan. Stuk voor stuk veroverden ze grondgebied en zo ontstond het koninkrijk Galicie en Portugal dat later zou splitsen. Uiteindelijk na meer dan 500 jaar van islamitische overheersing in Portugal kwam er in 1249 een einde aan en werden de Moren definitief verdreven uit de Algarve, het laatste islamitische bolwerk in Zuid-Portugal. Het zou nog honderden jaren duren voor de Moren definitief uit het Iberische schiereiland verdreven werden. Deze strijd is in de geschiedenis bekend als de Reconquista.
Graafschap Portugal
In 868 veroverde graaf Vimara Peres het gebied tussen de Minho en de Douro. Dit land was toen bekend als Portucale.
Portugal krijgt zijn eerste de jure onafhankelijkheid - als Koninkrijk Galicie en Portugal - in 1065 onder het bewind van Garcia I. Door feodale machtsstrijd rebelleerden de Portugese en Galicische edelen. In 1072 werden Leon en Castilie herenigd onder Alfons VI van Castilie, de broer van Garcia I.
In 1095 schonk koning Alfonso VI van Castilie - als dank voor zijn hulp in de strijd tegen de Moren - het graafschap Portucale aan zijn schoonzoon Hendrik van Bourgondie. Deze voegde Portucale en Coimbra samen en verklaarde Portugal in 1109 onafhankelijk. Dit gebeurde in een periode waar ten gevolge van een burgeroorlog tussen Leon en Castilie de aandacht van laatstgenoemde voor het Portugese grondgebied quasi onbestaande was. Hendrik overleed echter zonder zijn doel echt te hebben verwezenlijkt.
Zijn zoon, Afonso Henriques volgde hem op. Braga, het onofficiele katholieke centrum van het Iberisch Schiereiland kreeg concurrentie van andere regio's. De heren van de steden Coimbra en Porto (toen Portucale) eisten met de geestelijkheid van Braga de onafhankelijkheid van het nieuwe land. De Portugezen beschouwen de Slag van São Mamede op 24 juni 1128 als het begin van hun onafhankelijkheid. Afonso riep zichzelf uit tot Prins van Portugal en in 1139 tot Koning van Portugal.
Koninkrijk Portugal
In 1143 werd Portugal officieel erkend op de conferentie van Zamora, met de prins als Dux Portucalensis. In 1179 werd Afonso I door paus Alexander III tot koning uitgeroepen. Na de Slag van Sao Mamede werd Guimaraes de eerste hoofdstad. Later regeerde de koning vanuit Coimbra.
In 1249 en 1250 werd de Algarve heroverd op de Moren en in 1255 werd Lissabon de hoofdstad.
Portugal is altijd op zee gericht geweest. De landsgrenzen waren stabiel; de enige grens met het vasteland, namelijk deze met Spanje, is sinds de 13e eeuw vrijwel onveranderd gebleven. Het Verdrag van Windsor, een alliantie tussen Engeland en Portugal uit 1386, is nog steeds van kracht.
Visvangst en overzeese handel zijn altijd de belangrijkste economische activiteiten geweest. De technologische ontwikkelingen in de navigatie samen met de grote interesse van Hendrik de Zeevaarder voor ontdekkingsreizen maakten Portugals expansie mogelijk en leidden tot grote vooruitgang in de geografische kennis.